Historie

Historie Noordwijk

Noordwijk heeft een rijke geschiedenis die zich kenmerkt door openheid naar de buitenwereld en een uitgebreide uitwisseling van mensen, cultuur, geloof, opvattingen en goederen.

Een bedevaartsoord

Historie Noordwijk

De historie van Noordwijk gaat terug tot ongeveer 2000 jaar voor Christus. Uit die tijd stammen de eerste sporen van bewoning. De marteling van priester Jeroen in 857, is de eerste gebeurtenis die echt op papier staat beschreven. Hij zou de eerste pastoor van Noordwijk genoemd kunnen worden. Priester Jeroen was van oorsprong een Schotse Benedictijner monnik. Hij kwam in 847 naar Noordwijk, waar hij missiewerk verrichtte en een kapel bouwde. In 856 kwam er abrupt een einde aan zijn leven toen hij werd onthoofd door plunderende Noormannen. Maar zijn naam leefde voort. Meer dan een eeuw later, in 980, bouwde men een Romaanse kapel ter ere van Jeroen. Deze kapel werd een waar bedevaartsoord. In 1303 bouwde men op de plek van deze kapel een grote stenen kerk: de middeleeuwse, gotische Grote of St. Jeroenskerk. De schedel van St. Jeroen diende als belangrijkste relikwie. Al snel groeide Noordwijk uit tot een bekend bedevaartsoord. In 1429 riep de bisschop van Utrecht, Noordwijk zelfs officieel uit tot bedevaartplaats.

Historie Noordwijk

De St. Jeroenskerk ontwikkelde zich in de ze tijd meer en meer tot een pelgrimskerk. Dit leverde Noordwijk aanzienlijke inkomsten op. De Tachtigjarige oorlog betekende het einde hiervan. Alleen door een flinke som geld aan het leger van Willem van Oranje te betalen bleef de kerk gespaard tijdens de beeldenstorm van 1566. Alle katholieke elementen werden echter uit de kerk verwijderd. Ook het belangrijkste relikwie: de schedel van St. Jeroen. Zijn hoofd zou volgens de overlevering nog ergens in de kerk begraven liggen, maar niemand weet waar. Eind 1800 werd er een nieuwe rooms katholieke kerk gebouwd ter ere van St. Jeroen. De katholieke kerk heeft nog altijd een altaar waarin zich een aantal beenderen van Sint Jeroen bevinden.

Vissers

Historie Noordwijk

De eerste bewoners van Noordwijk waren waarschijnlijk vissers. In 1444 werd de eerste ‘vierboet’ (verhoogde vuurplaats, ter plaatse van het huidige Huis ter Duin) gebouwd, zodat de vissers ’s nachts hun strand konden terugvinden. Noordwijk beschikte in 1474 over een uitgebreide vloot van 38 grotere en kleinere schepen waarmee ze vanaf het strand uitvoeren. Ze vingen haring, kabeljauw, schelvis, wijting en schol. In Noordwijk-Binnen ontstonden zogenaamde ‘Lijnbanen’. Deze leverden touw voor de visserij en koopvaardijschepen, zodat ook hier werd geprofiteerd van de visserij als inkomstenbron.

Historie Noordwijk

De Franse bezetting (1795-1813) deed de visserij geen goed. Napoleon legde de vissersboten strenge beperkingen op, uit angst voor handel met de vijandige Engelsen. Het was het begin van het einde. De nieuwe regering legde vervolgens van 1818 tot 1854 nieuwe beperkingen op aan de haringvisserij in Noordwijk en Katwijk om andere vissersplaatsen ook een kans te geven. De Noordwijkse visserij is daarna door gebrek aan zeelui en reders verder ingestort. In 1868 telde de vloot nog maar 16 bomschuiten voor de haringvangst en 2 kleine bootjes voor platvis; in 1913 voer de laatste bomschuit uit.

Stadsrechten

Historie Noordwijk

Noordwijk was in de Middeleeuwen een zogenaamd ambacht, bestuurd door een college van schout en schepenen. De Graaf van Holland benoemde zelf de schout, een functie die het best vergeleken kan worden met die van de huidige burgemeester. In 1398 werden aan Noordwijk stadsrechten verleend. Het verzoek om deze rechten kwam van de dorpers, de edelen wisten hier niets van. Zij wilden de stadsrechten ook niet, omdat zij hierdoor een deel van hun zeggenschap zouden kwijtraken. Voor het behouden van stadsrechten moest er een muur om de stad komen. Deze muur om Noordwijk kwam echter niet tot stand. Zodoende werden de rechten door Graaf Albrecht van Beijeren weer teruggenomen en bleef Noordwijk onder het Bourgondische en Oostenrijkse Huis een ambachtsheerlijkheid.

De naam Noordwijk

Historie Noordwijk

Noordwijk werd gedurende haar geschiedenis op talloze verschillende manieren geschreven: Northgo, Nordwige, Nortic, Nortdijc, Northge en Northeke.

'Zeeër' of 'binder'

Historie Noordwijk

In Noordwijk bestonden altijd al verschillen tussen Noordwijk en Noordwijk-Binnen. In het verleden werden deze veroorzaakt door godsdienst en beroep, en ze werden door de geografische scheiding gemakkelijk in stand gehouden. De bewoners van Noordwijk zijn van oorsprong vissers met een protestants-christelijke achtergrond. In Noordwijk-Binnen vond men vooral werk in de bloembollenteelt en was men hoofdzakelijk rooms-katholiek. Tijdens de 80-jarige Oorlog (1568-1648) kwamen er nogal wat geuzen (= protestantse opstandelingen) uit het protestantse Noordwijk. Deze plaats had dan ook nogal te lijden onder de Spanjaarden, terwijl het katholieke Noordwijk-Binnen gespaard bleef. Deze tegenstelling bleef ook later bestaan en niet alleen in religieus opzicht; terwijl de Zeeërs vooral met visserij in hun levensonderhoud voorzagen, hielden de Binders zich bezig met kruiden- en later bloembollenteelt. Tot het begin van de 20e eeuw had Noordwijk een kleine vloot van bomschuiten tot haar beschikking, die vanaf het strand vertrok. In de 19e en 20e eeuw ontwikkelde Noordwijk zich tot een badplaats. Zelfs vandaag de dag leeft vooral bij de oudere bevolking nog sterk het besef een ‘Zeeër’ of een ‘Binder’ te zijn.

Kruidencentrum

In de middeleeuwen lag in Noordwijk-Binnen het St. Barbaraconvent: een zusterklooster. In dit klooster begon de kruidenteelt. Noordwijk was in de 18e en 19e eeuw het belangrijkste kruidencentrum van Nederland. Het was voor de Noordwijkers dan ook een belangrijk bestaansmiddel. De kruiden werden met name in Amsterdam verhandeld en uiteindelijk gebruikt voor medicinale toepassingen. Tegen het einde van de 19e eeuw verdween hier de kruidenteelt door de opkomst van chemisch bereide geneesmiddelen.

Bloembollententoonstellingen

Als opvolger van de kruidenteelt diende de bloembollenteelt zich aan. Het aantal bollenkwekers en bollenvelden groeide vanaf 1880 tot 250 kwekers met samen ongeveer 252 hectare bollenvelden aan het einde van de 19e eeuw. Op de bollenvelden waren onder andere tulpen, narcissen en gladiolen te zien. Noordwijk werd bekend om zijn spraakmakende bloembollententoonstellingen. In 1932 werd op het landgoed Offem een Florapark ingericht. Daarnaast waren ook op buitenlandse bloembollententoonstellingen Noordwijkse inzendingen te bewonderen. Tegenwoordig bedraagt het Noordwijkse bollenareaal 311 hectare. De meeste bollenvelden liggen direct achter de duinen, vanwege de zandgronden die uitermate geschikt zijn voor de teelt. De bollenvelden zijn beschermd landschap en bieden ieder voorjaar een kleurenzee van bloeiende bloemen. In het voorjaar trekken de met bloemen versierde praalwagens veel publiek.

Bloemenbadplaats van Europa

Pas in 1866 begon de geschiedenis van Noordwijk als badplaats. Het was de tijd van badkoetsjes en ‘badmannen’. In die tijd was strandbezoek alleen bedoeld voor de rijkere elite. Strandrecreatie was een chique aangelegenheid. Het zeewater zou een reinigende werking hebben. Niet lang daarna werd gestart met de bouw van Grand Hotel Huis ter Duin. In de loop der tijd was het strand niet meer het exclusieve recht van de rijkere. De komst van de stoomtram maakte het voor vele strandrecreanten mogelijk naar Noordwijk te gaan. De unieke combinatie van strand en kleurrijke bloembollenvelden zorgde ervoor dat Noordwijk uitgroeide tot de 'Bloemenbadplaats van Europa'.